Het Carara National Park is één van de natuurgebieden met de hoogste biodiversiteit in Midden-Amerika. Het is het leefgebied van de jaguar, toekans en gekleurde ara's. In de mangrovebossen bij de kust vind je grote krokodillen. De hogere delen van het gebied, ook wel het Turrubares-gebergte genoemd, zijn bedekt met tropische nevelwouden.
Vroeger bestond er een directe verbinding tussen de nevelwouden, het regenwoud van Carara en de mangroves. Tussen 1950 en 1970 stimuleerde de overheid echter kolonisatie van dit gebied, grote delen werden ontbost om plaats te maken voor landbouw en veeteelt. Maar liefst 90 procent van het oorspronkelijke regenwoud verdween en daarmee ook veel plant- en diersoorten. Ook droogden de waterbronnen op, een direct negatief gevolg voor de lokale bevolking. Wat overbleef was versnipperd bosgebied, verwilderde weidegronden en gedegradeerde landbouwgronden.
Inmiddels is 65 hectare bos hersteld in het Carara National Park en zijn er verschillende diersoorten teruggekeerd, waaronder de ara’s, jaguar en kapucijnapen. De bomen die 20 jaar geleden zijn geplant, zijn nu 10 meter of hoger. Ook de waterhuishouding in het gebied is hersteld. Daar waar vroeger in het droge seizoen de bronnen droog vielen, is er nu het hele jaar door weer vers water beschikbaar.